Heera Dijk viert Keti Koti: ‘Ik sta op deze dag stil bij waar ik vandaan kom’

Tijdens Keti Koti herdenken en vieren we de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Caraïbische eilanden. Vorig jaar werd de dag voor het eerst in Delft gevierd en Heera Dijk was daarbij. Ook dit jaar is ze weer van de partij om te vieren dat de slavernij 150 jaar geleden werd afgeschaft.

Keti Koti (spreek uit als: kittie-kottie) is een Surinaamse term en betekent ‘verbroken ketenen’. De afschaffing van de slavernij vond officieel plaats op 1 juli 1863. Omdat tot slaaf gemaakten soms nog tien jaar langer door moesten werken, wordt 1873 als het echte jaartal van de afschaffing gezien.

Het begint op school

Heera’s achternaam herinnert haar aan waar ze vandaan komt. “Ik heb een Nederlandse achternaam en dat betekent dat er twee opties zijn: het stamt af van de plantage Dijkveld of van de slaveneigenaar Dijk.” Het stilstaan bij je achtergrond geeft Heera mee aan haar kinderen. Haar dochter werd er vorige week zelfs over geïnterviewd. “Het ging over wat zij wist over het slavernijverleden en de rol die Nederland heeft gespeeld. Natuurlijk weet ze wel wat, maar de voorlichting en uitleg over de geschiedenis voelt nog niet compleet. We hebben dus nog een weg te gaan”, vertelt Heera.

Keti Koti in Delft

Nederland was een van de laatste landen die de slavernij afschafte: na meer dan driehonderd jaar. Daarnaast was de VOC in Delft één van de grootste werkgevers in de stad. Heera vindt dat er in het onderwijs wel meer aandacht gegeven mag worden aan Keti Koti en het slavernijverleden van Nederland. “Ik merk aan mijn dochter dat ze wil weten hoe het zit met de geschiedenis van onze familie. Het is belangrijk om die kennis en bewustwording te vergroten. Dat draagt bij aan een inclusieve samenleving, waarbij iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt.”

Heera hoopt dat er zoveel mogelijk mensen dit jaar Keti Koti komen vieren in Delft. “Tijdens de viering komen Delftenaren samen en voelen ze zich minder eenzaam. En ik vind het belangrijk dat we de stemmen en verhalen van degenen die geleden hebben onder de slavernij blijven eren.”